De Nederlandse Loterij Clubcompetitie zit erop. De reeks was spannend van begin tot eind. We zagen vertrouwde namen – zoals Jos Koop en Johim Ariesen – van voren eindigen, maar er waren ook nieuwe sterren aan het firmament te bewonderen. We maken een overzicht van de renners die ons het meest opvielen de afgelopen maanden.
Wat te denken van Ramon van Bokhoven, derdejaars belofte uit de stal van De Jonge Renner, die dit jaar direct debuteerde met een derde plek in de Omloop van de Veenkoloniën en een wedstrijd later (Zuiderzeeronde) dankzij nog een derde plek de leiderstrui van de Nederlandse Loterij Clubcompetitie wist te veroveren. Hij raakte het leiderstricot kwijt in Roden – waar hij op een ongelukkig moment lek reed – maar wist in de finale definitief de winst naar zich toe te trekken. Voor zijn optreden op constant hoog niveau wist hij zich toen al verzekerd van de Natusport-jongerentrui. Zoekt nog een continentaal team voor 2020.
Je zou bijna vergeten dat Arne Peters het jaar ook begon als uitblinker in de Nederlandse Loterij Clubcompetitie. Maar het was in deze reeks dat de renner van Merida-De Adelaar zijn neus voor het eerst aan het venster stek. Hij was tweede in de Omloop van de Veenkolonien en vierde in de ZUiderzeeronde en de Omloop van de Hoekse Waard. Later won hij ook de vrije klassieker Wim Hendriks Trofee. De coureur uit Beekbergen, die na jaren in de sportschool drie jaar geleden begon met fietsen, reed zich in de kijker van Alecto, waardoor hij de competitie halverwege het seizoen verliet. Werd desondanks zesde in de stand. Volgend jaar actief voor Vlasman.
Wiebe Scholten is misschien niet een echte nieuwkomer, maar hij had een jaartje meer nodig om zich in de kijker te rijden van het continentale circuit. Nadat hij tweede was geworden in de competitie in 2018 was er dit jaar winst voor de coureur van Sensa-Kanjers voor Kanjers in de slotetappe van het Wielerweekend Roden. Hij maakte er indruk door – met de eveneens beloftevolle Stef Krul van WPGA – weg te rijden op de gravelstroken in Noord-Drenthe en vervolgens de sprint te winnen. Was vaak een vaste waarde in kopgroepen tijdens selectieve koersen. Rijdt volgend jaar bij Vlasman Cycling Team.
Wie we zeker niet mogen vergeten is Sallander Max Kroonen van VolkerWessels-Merckx. Hij was in 2018 Nederlands kampioen bij de junioren en komt dus niet helemaal uit de lucht vallen. Maar in zijn eerste jaar bij de elite/beloften was hij een aangename verrassing in dit peloton met veel meer ervaren renners. Kroonen won de Parel van de Veluwe met een uitgekookte tactiek en een prima sprint. Maar deed ook zijn ploeggenoten pijn in de ploegentijdritten. Geen wonder dat hij een stapje mee omhoog maakt nu VolkerWessels-Merckx continentaal wordt.
Ook een opmerkelijke nieuwkomer is André Luijk. De Nijkerker was zaalvoetballer, maar besloot na een blessure het voorbeeld van zijn broer te volgen en te gaan wielrennen. Na een jaar bij de sportklasse/amateurs vroeg hij een elite-licentie aan en het scheelde niet veel of hij had nog een jaar later al de Nederlandse Loterij Clubcompetitie gewonnen. De door Jim van den Berg getrainde renner van SmartDry-Eemland miste nog wat ervaring en stuitte soms ook op sterkere teams, maar met een bijna-zege in de Zuiderzeeronde en de winst in de Zuid Hollandse Eilanden Tour liet Luijk zien dat je ook als laatbloeier je plek bij de top van het clubpeloton kunt vinden.
Rens Tulner is een andere renner die aan dit seizoen een contract bij een continentaal team overhield. Bij Delta Cycling reed hij al eens op dit laagste UCI-niveau, maar na het stoppen van dit team ging hij bij De Jonge Renner rijden. In de Zevenheuvelen Omloop rond Nijmegen maakte Tulner indruk door na een harde finale de overwinning naar zich toe te trekken. Juist op dat heuvelachtige terrein hoopt hij bij zijn nieuwe continentale formatie VolkerWessels-Merckx ook te schitteren.
Marien Bogerd kreeg dit jaar volop erkenning voor zijn geleverde vermogen. De nationale titel tijdrijden bij de elite-zonder-contract kwam al voordat hij had getoond ongekende wattages te kunnen trappen. De renner uit Kootwijk was de motor van Allinq-Krush-De IJsselstreek in de ploegentijdritten, die de formatie dan ook allemaal won. Zelf was hij derde in ‘zijn’ Parel van de Veluwe. Bogerd voelt zich helemaal in zijn element als clubrenner, die ook een baan heeft en nooit op zondag koerst.
Een andere uitblinker van Allinq-Krush-De IJsselstreek was Robin Lowik, de eindwinnaar van het Wielerweekend Roden. Hij maakte daar indruk door na de gewonnen ploegentijdrit in zijn eentje het klassement voor zijn team te redden in de afsluitende klassieker door de sprong te maken van peloton naar kopgroep. De Tukker zou achteraf met nog meer plezier terug kijken op zijn Nederlandse titel, maar was in de reeks clubwedstrijden een vaste waarde. Hij bevestigde zijn goede vorm door ook de beste clubrenner in de topcompetitie te worden.
Foto’s: Sportfoto