AGU Clubcompetitie Mannen

Renners zoeken wedstrijdprikkel in lange trainingen


Vanwege het coronavirus ligt het wielerseizoen tot 1 juni stil. Renners weten daarmee dat er voorlopig niet gekoerst kan worden. Daarom zoeken veel coureurs andere doelen om zichzelf toch te blijven prikkelen in training en zo in vorm te blijven. De één kiest voor wedstrijdjes op de rollen, de ander zet een extreem lange training uit.

Op een mooie zondagmiddag trokken Nederlands kampioen elite-zonder-contract Robin Lowik van Allinq-Krush-De IJsselstreek en streekgenoot Peter Schulting (VolkerWessels-Merckx) er op uit om vanuit Twente een lange lus door Nederland te maken. De teller kwam uiteindelijk tot boven de 250 kilometer. Niet zo gek dat ze ook de provincie Limburg nog wisten te bereiken vanuit het oosten des lands. Lowik liet zich uitdagen door Peter Schulting en zei ja. De Twentse renner van Allinq-Krush-De IJsselstreek hoopte zijn rood-wit-blauwe trui al veel voorin de koersen te tonen, maar het kwam er tot nog toe niet van. “Ja eerst ging  Zuid-Holland van de kalender en toen Olympia’s Tour. In het begin dacht je nog dat het maar voor even zou zijn, maar inmiddels weten we wel beter. Het zou mooi zijn als we in juli of augustus weer kunnen koersen. Ik ben dan ook blij dat ze het NK verplaatst hebben. Maar de vorm die is er nog wel. Vandaar dat ik ja heb gezegd tegen Peter. Het werd een mooi ‘ritje’.”

Schulting voelde de behoefte om er op uit te trekken. “Normaal leef je van weekend naar weekend, van koers tot koers. Nu mis je de echte doelen. Je blijft wel trainen, maar hebt geen idee wanneer je weer echt aan de bak moet. Vandaar deze tocht, die tot in Limburg voerde. Het geeft je in de week voordien een doel om naar toe te werken, je houdt er toch weer rekening mee, alsof je weer gaat koersen. Met die afstand kun je jezelf echt uitdagen. Ik heb nog niet vaak koersen gereden die zo lang waren. Al kwam het Nederlands Kampioenschap op de weg in Montferland (2017) in de buurt met 232 kilometer.”

Toch heb je altijd baas boven baas. Lars de Bot van OWC Oldenzaal legde onlangs 352 kilometer af, nog eens honderd meerd. “Fysiek was het goed vol te houden. Het was alleen vervelend dat ik het laatste stuk veel wind tegen had. Je moet je er mentaal wel op voorbereiden. Op een gegeven moment was ik 171 kilometer onderweg en schoot er door mijn hoofd dat ik op dat moment op de helft was. Dat was pittig!” In totaal duurde de rit zo’n 12 uur waarin hij 352 kilometer aflegde. “Toen ik thuis kwam stond er een heel bamibuffet voor mij klaar. Ik kon direct aanschuiven! Wat is nou een beter herstel dan dat?!” Op de vraag of Lars binnenkort nog zo’n training zal gaan uitvoeren hoefde hij niet lang over na te denken: “Voorlopig is dit toch wel iets eenmaligs. Ik hoop dat we vanaf 2 juni weer opnieuw kunnen beginnen met koersen.”

Ook iets leuks te melden in deze crisistijd? Meld het via redactie@cyclingonline.nl.

Delen