AGU Clubcompetitie Mannen

Duo Dutch Food Valley Cycling Team volbrengt Everesting Challenge


In deze tijden zonder wedstrijden dagen de renners zich constant op andere manieren uit. Bij het Dutch Food Valley Team volbrachten Jasper Jansen en Roderik Egberink de opdracht om de hoogtemeters van de Mount Everest (8848 meter) af te leggen. Zij deden daar ruim elf uur over. Egberink was na afloop voldaan, maar kijkt nu vooral weer uit naar echte wedstrijden in de buitenlucht. “Voorlopig heb ik zoiets niet meer gepland staan.”

Op Zwift werd door het tweetal negen keer de Alpe d’Zwift beklommen, de Alpe d’Huez van het platform. De twee stonden er niet alleen voor. Luuk Jansen reed lang met hem mee, maar kon de opdracht met een gebroken vinger begrijpelijkerwijs niet volbrengen. Egberink en Jasper Jansen ontvingen meer steun. “Veel teamgenoten reden virtueel een stukje met ons mee. Onze Australische ploeggenoot Daniel Luke begon, voor hem was het avond toen wij ’s morgens begonnen. Ook veel andere renners doken op tijdens Zwift. Dat was toch aangenaam. Je zit wel niet echt uit de wind, maar het helpt om een richtpunt te hebben. Bij Facebook en via Zwift kon er ook gechat worden. Hetzelfde gebeurde in onze groepsapp. Al moet ik eerlijk zeggen dat ik op het laatst niet veel meer gelezen heb. Ook belangrijk was de steun in eigen huis, van mijn partner en mijn dochter bijvoorbeeld. En mijn vader, die verzorger is bij ons team, hield een oogje in het zeil zodat ik genoeg bleef eten en drinken. Ik wilde het ook verantwoord houden.”

Zoals bij elke duurprestatie waren er zeker ook dipjes, erkent Egberink. “Mentaal had ik het in de vijfde beklimming heel zwaar. Als je dan ziet dan je al vijf uur bezig bent en nog niet op de helft zit, denk je we even ‘waar ben ik aan begonnen’. Lichamelijk was de voorlaatste beklimming het zwaarst, toen was ik op. De laatste keer naar boven was prettiger, dan werk je echt naar die verlossende streep toe.” Binnen het Dutch Food Valley Cycling Team wordt er op veel manieren om gegaan met de huidige situatie, waarin de bestrijding van het coronavirus het koersen onmogelijk maakt. Egberink: “In het begin moest ik eigenlijk niet veel van het virtuele fietsen hebben, ik wilde gewoon weer wedstrijden rijden. Maar toen het langer duurde, kreeg ik er meer plezier in. De één vindt een duurrit als deze een uitdaging, de ander haalt veel voldoening uit de wedstrijden die op Zwift worden gehouden, anderen fietsen alleen buiten. En de jongere renners in de ploeg gebruiken deze periode om stages en studies af te ronden, zodat ze daar bij het hervatten van de competitie vanaf zijn. Daar kijken we toch allemaal naar uit. Ik heb even nodig om hiervan te herstellen en heb voorlopig geen nieuwe plannen in deze richting. Laten we hopen dat we op 1 september weer kunnen koersen.”

Dat Jansen en Egberink de eerste twee Nederlanders zijn die zich meldden op de website van de Everesting Challenge en voldeden aan de eisen op het Zwift-platform, verbaasde de twe wel. Wereldwijd zijn er 1100 goedgekeurde pogingen gedaan. In Nederland deden onder anderen Adne Koster (Metec-TKH) en Roel Verhoeven (MijnBad/Liv-Giant) deze challenge buiten. Egberink: “Aan de ene kant is dat misschien prettig om niet binnen – of in mijn geval in de tuin – opgesloten te zitten tijdens je poging, aan de andere kant zou ik helemaal gek zijn geworden als ik zoals Adne zo vaak dezelfde VAM-berg op zou moeten rijden.”

Delen